Belangrijke informatie voor het selecteren van een DMM (digitale multimeter)

Aantal cijfers: Dit getal geeft aan hoeveel meetcijfers kunnen worden weergegeven op de DMM.

Voorbeeld: De DMM aan de linkerkant heeft 4½ plaatsen met 12.000 cijfers. Vier volledige plaatsen worden weergegeven van 0 tot 9, plus één extra plaats (in dit geval een 1). Bij een waarde van 11.999 (bijvoorbeeld 11.999 V) vindt er automatische omschakeling naar het volgende hogere meetbereik plaats (100 V).

DMM's die gemiddelde waarde weergeven: Bij spannings- en stroommetingen worden alleen zuiver sinusvormige signalen correct gemeten. Vanwege de huidige veeleisende eisen is dit niet meer toereikend. Zelfs elektronische laagspanningsomvormers geven sterk vervormde sinusvormige signalen af aan hun uitgangen. Met DMM’s van dit soort wordt ofwel geen waarde weergegeven, of geheel onjuiste waarden. Om deze reden moet een DMM met TRMS worden gebruikt.
 

Waar kan de multimeter worden gebruikt?

Specificaties die aangeven onder welke omstandigheden de digitale multimeter (DMM) kan worden gebruikt, zijn opgenomen in de gebruiksaanwijzing en afgedrukt op het instrument. Maximale toelaatbare spanningen in de verschillende meetbereiken (meetcategorieën) moeten ook worden nageleefd.

• CAT I Metingen in elektrische circuits die niet direct zijn verbonden met het elektriciteitsnet, bijvoorbeeld batterijen, enz.
• CAT II Metingen in elektrische circuits die direct zijn verbonden met het laagspanningsnet. Via een stekker, bijvoorbeeld in huishoudelijke, kantoor- en laboratoriumtoepassingen.
• CAT III Metingen in gebouwinstallaties. Stationaire verbruikers, distributieterminals, apparaten die permanent zijn aangesloten op de distributie.
• CAT IV Metingen bij stroombronnen voor laagspanningsinstallaties. Meters, netterminals, primaire overspanningsbeveiligingsapparaten.
   

Deze multimeter kan worden gebruikt in het CAT III-bereik tot 1000 V, en in het CAT IV-bereik tot 600 V.

Drie aansluitbussen met automatische blokkering (ABS) 1):

Alle stroombereiken worden geïmplementeerd via één enkele aansluitbus, wat elke mogelijkheid van bedieningsfouten voorkomt. Daarnaast voorkomen de automatische blokkering van de aansluitbussen een verkeerde aansluiting van de meetkabels, evenals een verkeerde selectie van de gemeten grootheid. Gevaar voor de gebruiker, het instrument en het te testen apparaat als gevolg van bedieningsfouten wordt daarmee uitgesloten.

    Gepatenteerd (patentnr. DE 10 2005 062 624, US 7.439.725)
 

Eigenfout (meetinstrumentfout):

Eigenfout specificeert de maximale toelaatbare fout die onder bepaalde omstandigheden kan optreden. De waarde wordt gespecificeerd als een percentage.

Voorbeelden: Bij een eigenfout van ±1% kan een werkelijke waarde van 100 V worden weergegeven binnen een bereik van 99,0 tot 101,0 V. Bij een eigenfout van ±1% +2 cijfers kan een werkelijke waarde van 100 V worden weergegeven binnen een bereik van 98,8 tot 101,2 V.




 

DMM's die TRMS / bandbreedte weergeven:

Sinusoïdale en niet-sinusoïdale signalen worden correct gemeten en weergegeven door deze instrumenten voor spannings- en stroommetingen. En de bandbreedte is net zo belangrijk als TRMS-meting! De frequentieband van het signaal is een belangrijke factor bij het meten van wisselstroom en wisselspanning. Bijvoorbeeld bij een laagspannings-halogeentrafo is een multimeter met een bandbreedte van meer dan 24 kHz vereist.


 

Stroommeting > 10 A:

Er moet vaak worden gemeten bij stromen die de meetwaarde van de DMM overschrijden, of waar de stroomvoerende kabel niet of niet kan worden onderbroken. In dit geval moet een stroomtang onder een hoek van 90° rond de stroomvoerende kabel worden gesloten om een zo hoog mogelijke meetnauwkeurigheid te garanderen.

Stroomtang als stroomtransformator: alleen meting van wisselstroom.

Stroomtang als Hall-effect stroomsensor: meting van wisselstroom en gelijkstroom. Belangrijk: Deze stroomtangen hebben een spanningsuitgang (volt per ampère). Zet de functieknop daarom op VAC+DC! De transformatieverhouding, bijvoorbeeld 1:1000 V / A, kan worden geselecteerd in het setupmenu en de gemeten stroomwaarde wordt dan automatisch berekend en weergegeven.